Vervoerregio Amsterdam investeert de komende vijf jaar 40 miljoen euro in het toegankelijk maken van haltes voor reizigers met een motorische en/of een visuele beperking. Zo moeten de komende jaren haltes toegankelijker, reisinformatie begrijpelijker en OV-coaches meer mensen met een beperking helpen zelfstandig de bus, tram of trein te pakken.
De Vervoerregio werkt samen met gemeenten en vervoerders aan een inclusief openbaar vervoer voor 2021 en de jaren erna. Voorzitter van de Vervoerregio Sharon Dijksma: “Mobiliteit geeft vrijheid. De mate waarin iemand zich zelfstandig kan verplaatsen, is van grote invloed op deelname aan de samenleving. Nu zijn bijvoorbeeld tram- en bushaltes vaak nog moeilijk te bereiken voor mensen met een beperking. Daar moet verandering in komen, zodat het openbaar vervoer letterlijk de deuren kan openen voor iedereen”.
De voorstellen van de Vervoerregio zijn vastgelegd in het Uitvoeringsprogramma Inclusieve Mobiliteit. Dit Uitvoeringsprogramma legt het Dagelijks Bestuur van de Vervoerregio op 20 oktober voor aan de Regioraad. In de Regioraad van 13 december wordt deze vastgesteld.
Meer dan de helft van de haltes in de vervoerregio zijn nog niet volledig of gedeeltelijk toegankelijk voor reizigers met een motorische en/of visuele beperking. Die haltes worden nu versneld toegankelijk gemaakt met bijvoorbeeld blindegeleidelijnen, een drispaneel met een voorleesknop en meer ruimte voor rolstoelen.
De Vervoerregio Amsterdam werkt sinds dit jaar met OV-coaches. Daarmee kunnen reizigers met een beperking in de hele Vervoerregio gebruik maken van de coach. Doel is zoveel mogelijk mensen te leren zelfstandig te reizen. Ook is de Vervoerregio gestart met het onder de aandacht brengen van de OV-Coach bij de gebruikers van het doelgroepenvervoer. Het doel hiervan is dat gebruikers onder begeleiding van de OV-Coach de overstap naar het OV willen maken.
Toegankelijke reisinformatie moet leesbaar en begrijpelijk zijn voor iedereen. Zo moet een reiziger met een visuele of auditieve beperking dezelfde informatie kunnen raadplegen als een reiziger zonder beperking. Daarnaast is het voor reizigers met een mobiliteitsbeperking van belang dat zij hun reis kunnen voorbereiden met informatie over de mate van toegankelijkheid van OV-materieel en OV-haltes en of er hulpmiddelen beschikbaar zijn zoals een rolstoelplank.
Er bestaan veel particuliere en vrijwilligersinitiatieven die een oplossing bieden voor de vraag naar mobiliteit. Voorbeelden hiervan zijn Automaatje en Automobiel, maar ook pendeldiensten die door zorginstellingen worden aangeboden. De Vervoerregio gaat kijken of deze flexibele vervoersoplossingen naast het reguliere openbaar vervoer aangeboden kunnen worden.
Inclusiviteit wordt steeds belangrijker in de Nederlandse samenleving. Iedereen heeft het recht om te kunnen deelnemen aan de maatschappij, ongeacht een beperking. Mobiliteit speelt daarin een belangrijke rol.
Het belangrijkste doel van het programma is dat de Vervoerregio in samenwerking met de gemeenten, vervoerders, Cliëntenbelang en de Reizigers Advies Raad het OV in de regio toegankelijker maakt en fysieke en mentale drempels wegneemt. Hiervoor stelt de Vervoerregio maximaal 40 miljoen beschikbaar voor de komende vijf jaar.
Er is er een expertpanel (https://praatmee.vervoerregio.nl) waarin naar ervaringen van reizigers uit de regio met een mobiliteitsbeperking wordt gevraagd en wat voor hen (bijvoorbeeld) een toegankelijke halte betekent. Op deze manier neemt de Vervoerregio zoveel mogelijk input van gebruikers uit de regio in de definitieve versie van het Uitvoeringsprogramma mee, die in december vastgesteld zal worden.