De tarieven voor het openbaar vervoer in het gebied van Vervoerregio Amsterdam stijgen in 2023 mee met het landelijk vastgestelde percentage, heeft het dagelijks bestuur van de Vervoerregio besloten. Dat betekent dat het openbaar vervoer gemiddeld met 7,24 procent duurder wordt. Een onvermijdelijke maar moeilijke beslissing, vindt het dagelijks bestuur. Daarom maakt de Vervoerregio vijf miljoen euro vrij voor tijdelijke acties en blijft er voor pleiten om de btw op openbaar vervoer af te schaffen.
Net als andere decentrale overheden, ontkomt ook de Vervoerregio niet aan het verhogen van de tarieven, blijkt na uitvoerig onderzoek. “Wij hechten groot belang aan aantrekkelijk en betaalbaar openbaar vervoer. We hebben afgelopen tijd dan ook tal van alternatieven onderzocht voor de landelijke tariefstijging. Maar geen daarvan blijkt praktisch uitvoerbaar of betaalbaar. Hoe graag we dat ook zouden willen”, zegt voorzitter van de Vervoerregio Melanie van der Horst. “Wel hebben we gelukkig vijf miljoen euro vrij kunnen maken om met tijdelijke acties reizigers tegemoet te komen. Er zijn diverse ideeën ontwikkeld. We zijn nu met vervoerders in gesprek welke het beste passen en ook technisch goed uitvoerbaar zijn.”
Eerder werd al bekend en dat de tariefstijging voor het openbaar vervoer (LTI) landelijk op 7,24 procent is vastgesteld. Dit advies wordt jaarlijks door het samenwerkingsverband van decentrale ov-autoriteiten Dova gegeven. De tarievenindexatie gebeurt aan de hand van loon-, energie- en inflatieontwikkeling. Melanie van der Horst: “Helaas ontkomen onze vervoerders ook niet aan ontwikkelingen buiten onze invloedssfeer, zoals sterk stijgende prijzen en hoge inflatie. Daarom is het belangrijk dat het Rijk na energieconsumenten (prijsplafond) en automobilisten (accijnsverlaging op brandstof) ook ov-reizigers tegemoetkomt. Een goed instrument hier is de btw op ov-kaartjes afschaffen. Wij ondersteunen die oproep en zullen daar ook op blijven aandringen. Toegankelijk openbaar vervoer draagt bij aan het oplossen van tal van crises.. Denk aan stikstof-, woningbouw- en klimaatcrisis.”
In 2022 gaan reizigers in de concessies Amsterdam, Waterland en Zaanstreek 19,6 cent per kilometer betalen, in de concessie Amstelland-Meerlanden wordt dit 19,8 cent.
De abonnementen stijgen in 2023 met 7 procent in prijs. Het tarief van de 1-uurkaart in Amsterdam wordt €3,40, die van de 1,5uurskaart die in de gehele Vervoerregio gebruikt kan worden (€6,50) verandert niet.
Een rit op saldo met vol tarief met OV-chipkaart van bijvoorbeeld Amsterdam Noorderpark naar De Pijp met metro 52 kost in 2023 €2,20 in plaats van €1,87. Wie van Oostzaan (De Kunstgreep) met bus 392 naar Zaandam station reist betaalt €2,39 in plaats van €2,21, van Purmerend (Mastbos) naar Amsterdam Centraal met bus 307 en metro 52 kost €4,21 in plaats van €3,88 en van Amstelveen Busstation naar het Leidseplein met bus 347 kost een reiziger €2,69 in plaats van €2,47.
Het totale tarief voor het reizen met de OV-chipkaart bestaat naast een kilometertarief ook uit een basistarief, dat elke reiziger aan het begin van de reis per bus, tram of metro betaalt. Dit basistarief is in heel Nederland gelijk en gaat in 2023 omhoog van €1,01 naar €1,08.
Hoe de tijdelijke acties die Vervoerregio Amsterdam bekostigt er uit gaan zien wordt op dit moment nog onderzocht. De Vervoerregio maakt de uitkomst in november bekend.