De Vervoerregio heeft EBS op 29 februari op de hoogte gesteld van de boetes die zij EBS wil opleggen voor de tekortkomingen tijdens de implementatie (voorbereidingen) en de eerste maand van de concessie Zaanstreek-Waterland. Het gaat daarbij om niet nagekomen afspraken, onder andere op het gebied van de inzet van nieuw zero-emissie-materieel, dienstregeling (rituitval), reizigersinformatie en klantenservice. EBS krijgt nu twee weken de tijd om een zienswijze hierop te geven. Op 11 april neemt het dagelijks bestuur een besluit over de boetes aan EBS. In lijn met de Wet open overheid wordt de hoogte van de boete pas openbaar gemaakt na bekendmaking van de definitieve boete aan EBS. De komende periode onderzoekt de Vervoerregio ook hoe het geld ingezet kan worden om de reizigers in Zaanstreek-Waterland tegemoet te komen voor de overlast die zij hebben ervaren.
Het gaat om twee boetes. De ene boete is voor de tekortkomingen tijdens de implementatie. Zo heeft de levering van de beloofde Zero-Emissiebussen vertraging opgelopen, zijn de stallingen met bijbehorende laadinfrastructuur nog niet gereed, zijn de beloften rond reizigersinformatie en de uitrol van het MeerPlus concept niet waargemaakt en voldoet EBS nog niet aan hun belofte ten aanzien van de CO2 Prestatieladder. De andere boete is voor de uitval van ritten tijdens de eerste maand van de concessie. Al voor de start van de concessie heeft de Vervoerregio haar zorgen kenbaar gemaakt aan EBS. Daarbij zijn in juni en oktober brieven naar EBS verstuurd waarin de implementatieboete werd aangekondigd voor het geval dat EBS haar belofte niet zou waarmaken. Het doel was om EBS te stimuleren om alsnog voor 10 december 2023 haar beloften waar te maken in het belang van de reiziger. Dat is helaas maar voor een deel gelukt, met de boetes tot gevolg.
Reizigers zijn nog niet direct geholpen met een boete, nu de tekortkomingen zich al hebben voorgedaan. Zij hebben niet gekregen wat hen was beloofd en ook de komende maanden blijft de dienstregeling onder het toegezegde niveau. Om de reiziger tegemoet te komen wil de Vervoerregio de op te leggen boetes terug laten vloeien naar Zaanstreek-Waterland en investeren op een manier waarop de reiziger er voordeel van heeft. Hoe en wanneer we dat het beste kunnen doen wordt de komende periode samen met EBS verder vormgegeven.
Uit de Algemene wet bestuursrecht volgt dat het besluit over het opleggen van een boete zorgvuldig moet worden voorbereid waarbij kennis over alle relevante feiten en af te wegen belangen moeten worden meegewogen. Daarbij moet EBS de mogelijkheid krijgen om haar standpunt kenbaar te maken, waarbij de door EBS naar voren gebrachte feiten en belangen worden meegewogen bij de vaststelling van de definitieve boete. Het dagelijks bestuur van de Vervoerregio verwacht op 11 april 2024 een besluit te nemen over de boete aan EBS. Na bekendmaking van het besluit aan EBS wordt dit besluit openbaar gemaakt. Dit besluit staat vervolgens open voor bezwaar en beroep van EBS.