Het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam wil in drie jaar € 111 miljoen investeren in onder andere toegankelijkheid, liften, metro’s en het tegengaan van personeelstekort. Het geld komt van motie Bikker en is bedoeld om te investeren in het verbeteren en toegankelijker maken van het ov, om verschraling te voorkomen. Het merendeel van het geld (zo’n € 48 van de € 85 miljoen per jaar) is gebruikt om de prijzen van de ov-tarieven niet te verhogen in 2024. Daarmee investeert de Vervoerregio in de betaalbaarheid van het ov. Met de rest van het geld – zo’n € 111 miljoen over drie jaar – wil het dagelijks bestuur zorgen dat reizigers makkelijker, aangenamer en daardoor vaker het ov kunnen gebruiken en er zo voldoende ov in de regio blijft. Voorzitter van het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Melanie van der Horst: ‘Goed toegankelijk en betaalbaar ov is ongelofelijk belangrijk voor onze regio. Daarom hebben we een deel van dit extra geld gebruikt om de tarieven in 2024 niet te laten stijgen. Met de rest van het geld kiezen we maatregelen die de komende drie jaar het ov verbeteren en toegankelijker maken. Het zijn maatregelen in de hele regio en de reiziger kan zien wat we doen met het geld.’
Een belangrijk onderdeel van toegankelijk ov zijn toegankelijke haltes en voertuigen. Daarom gaat er
extra geld, € 10 miljoen, naar het versneld toegankelijker maken van honderden haltes. De
Vervoerregio betaalt 95% van de kosten, de gemeente waar de halte in ligt de resterende 5%.
Daarnaast schaffen we extra rolstoelplanken voor de 15G trams (vier per tram) aan, zodat reizigers
gemakkelijk in en uit het voertuig kunnen. Er gaat € 6 miljoen naar het actieplan liften en roltrappen;
om liften sneller te kunnen vervangen als ze niet meer goed werken en om extra reserveonderdelen
aan te schaffen zodat liften en roltrappen sneller gerepareerd worden en daardoor minder uit de
roulatie zijn.
De verharding van de samenleving is overal te merken, ook in het ov. Daarom wordt er onderzoek en
een pilot gedaan of een whatsappnummer zoals de NS heeft, ook iets voor de regio is. Dit kan het
gevoel van sociale veiligheid vergroten in het ov. Onderzoek naar een goede uitrol van deze pilot is
nodig omdat in de regio verschillende vervoerders rijden. We kijken naar de beste manier van
communiceren en optreden bij meldingen via het nummer.
Er zijn meerdere uitgangspunten waar de maatregelen aan zijn getoetst, zoals spreiding over de regio,
vergroten van het ov aanbod en dat de investeringen gedaan worden in maatregelen die zichzelf
(gedeeltelijk) terugverdienen. Daarom wordt met het geld drie extra metrostellen aangeschaft
worden zonder lening. Want bij het kopen van voertuigen zoals bussen, trams en metro’s, sluit de
Vervoerregio gewoonlijk een lening af. Door de metro’s zonder lening aan te schaffen bespaart de
Vervoerregio € 18 miljoen aan rentekosten. Dat geld kan daarna opnieuw geïnvesteerd worden in het
verbeteren van ov en voorkomen van verschraling. De extra metro’s zijn goed voor de vele reizigers in
de regio die met de metro reizen. Ook wordt de de techniek waarmee het ov voorrang krijgt bij
verkeerslichten vervangen. De nieuwe techniek is sneller, slimmer en goedkoper in het onderhoud.
De ov sector kampt - net als de rest van Nederland - met een personeelstekort. Dat tekort valt niet
alleen met geld op te lossen, maar de Vervoerregio zet twee miljoen apart voor als vervoerders met
innovatieve ideeën komen om het personeelstekort tegen te gaan. Bij die ideeën wordt rekening
gehouden dat er geen strijd om personeel ontstaat tussen vervoerders. Daarnaast investeert de
Vervoerregio in (imago)-campagnes om personeel en reizigers aan te trekken.
Afgelopen september werd in de Tweede Kamer ‘Motie Bikker’ aangenomen. Daardoor krijgen alle ov
autoriteiten in het land samen € 300 miljoen per jaar extra om verschraling van het ov tegen te gaan
en te investeren in de kwaliteit van het ov. Van die € 300 miljoen ontvangt de Vervoerregio
Amsterdam € 85 miljoen. De volledige lijst met maatregelen waar het dagelijks bestuur het geld aan
uit wil geven is hier te vinden. De regioraad van de Vervoerregio bepaalt op 9 juli definitief waar
het geld naartoe gaat.