Aanvraagformulier ontheffing concessieplicht openbaar vervoer Vervoerregio Amsterdam Dit is een toelichting bij het aanvraagformulier voor een ontheffing, als bedoeld in artikel 29 van de Wet personenvervoer 2000, voor het verrichten van openbaar vervoer in een concessiegebied van de Vervoerregio Amsterdam anders dan het openbaar vervoer waarvoor een concessie is verleend. In deze toelichting staat bij elke vraag uit het aanvraagformulier (met uitzondering van vraag 1), cursief weergegeven, een korte toelichting op de vraag.
Bij de beoordeling van de aanvraag neemt het dagelijks bestuur van de Vervoerregio de Beleidsregel ontheffing concessieplicht openbaar vervoer Vervoerregio Amsterdam in acht. Deze Beleidsregel bevat ook een algemene en artikelsgewijze toelichting. Mocht sprake zijn van een tegenstrijdigheid tussen de tekst van de Beleidsregel en (de toelichting op) het aanvraagformulier, gaat de tekst van de Beleidsregel voor op (de toelichting op) het aanvraagformulier.
Wij proberen binnen acht weken een beslissing te nemen op uw aanvraag. Deze termijn kan worden opgeschort, bijvoorbeeld wanneer uw aanvraag niet compleet is.
Geef hierbij een zo volledig mogelijke omschrijving van het openbaar vervoer dat u zou willen verrichten binnen het concessiegebied van de Vervoerregio.
Bijvoegen:
Voor zover de lijnen van de concessiehouder per dienstregeling(jaar) kunnen wisselen, dient u uit te gaan van de meest recent vastgestelde en in werking getreden dienstregeling, op het moment van indiening van uw aanvraag.
Ga in uw motivering in op welke aspecten de aangevraagde lijn fundamenteel verschilt ten opzichte van onder meer de lijnen van de huidige concessiehouder(s), zoals de geboden verbinding, de route, het gebruik van (OV)halteplaatsen, het voertuigtype, de bedieningsperioden, het aantal vertrekmogelijkheden, de reistijd, de kaartsoorten, de hoogte van de tarieven, (dynamische) reisinformatie, etc.
Ga hierbij ook in op de reizigersstromen en licht toe op welke doelgroep(en) u zich richt.
Het gaat hierbij onder meer om afstemming met de dienstregeling van de concessiehouder(s) en de halteplaats(en), met het oog op het voorkomen van hinder voor concessiehouders ten aanzien van het gebruik van OV-infrastructuur door het openbaar vervoer waarvoor u ontheffing aanvraagt.
Wij wijzen er hierbij op dat afspraken over het halteren en bufferen op busstations onderling worden gemaakt tussen concessiehouders en eventuele andere vervoerders die gebruik maken van het busstation, waaronder afspraken over de halteverdeling. In uw aanvraag dient u de aanduiding van het platform op het busstation te vermelden waar u wenst te halteren. Mocht hierover discussie ontstaan bepaalt de Vervoerregio hoe de ruimte op het busstation wordt verdeeld. Beperkingen van tijdelijke aard lopen via het proces van de desbetreffende Centrale Verkeersleiding.
Indien u overleg/afstemming heeft gehad, kunt u dan aangeven of de concessiehouder bezwaar heeft tegen het openbaar vervoer waarvoor u ontheffing aanvraagt? Indien u beschikt over een schriftelijke verklaring van geen bezwaar van de concessiehouder voegt u deze bij. Dit is niet verplicht voor het kunnen indienen van een aanvraag, maar kan de behandeling van uw aanvraag wel bespoedigen.
Wij wijzen erop dat de Vervoerregio na ontvangst van uw aanvraag - in het kader van een zorgvuldige voorbereiding - (ook) een zienswijze bij de desbetreffende concessiehouder(s) zal opvragen over uw aanvraag.
Indien u gebruik wenst te maken van OV-infrastructuur vragen wij u te specificeren van welke haltes/busbanen/stations u precies gebruikt wilt maken, op welke dagen/tijdstippen en met welke voertuigen.
Zo ja, graag een kopie van deze afstemming met de wegbeheerder(s) bij uw aanvraag voegen.
Indien (nog) geen afstemming heeft plaatsgevonden, wijzen wij u erop dat het uw verantwoordelijkheid is om met de wegbeheerder af te stemmen dat er geen beperkingen (zoals omleidingen, geslotenverklaringen, milieuzones) gelden ten aanzien van de voorgestelde route, de halteplaatsen en het eventuele gebruik van OV-infrastructuur.
Wij wijzen erop dat de Vervoerregio na ontvangst van uw aanvraag - in het kader van een zorgvuldige voorbereiding - (ook) een zienswijze bij de desbetreffende wegbeheerder(s) zal opvragen over het gebruik van (OV-)infrastructuur zoals opgenomen in uw aanvraag.
N.B. Een verleende ontheffing van de Vervoerregio staat los van het gebruik van (OV-)infrastructuur die onder de verantwoordelijkheid van de wegbeheerder valt.
Zo nee, graag aangeven dat de APV hier geen rol speelt.
Zo ja, graag afstemmen met de gemeente dat de gemeente bereid is om een ontheffing/vergunning te verlenen op grond van de APV.
N.B. Een verleende ontheffing van de Vervoerregio staat los van de ontheffing/vergunning van de gemeente(n) op grond van de APV.
Deze zijn onder meer vastgelegd in het Besluit toegankelijkheid van het openbaar vervoer en Verordening (EG) Nr. 661/2009.
U dient rekening te houden met milieuzones die door gemeenten zijn ingesteld of zijn voorzien in de (nabije) toekomst.
De Vervoerregio verleent de ontheffing standaard voor een periode van twee jaar, met mogelijkheid tot afwijking. Mocht u een ontheffing voor een kortere of langere periode wensen, dient u dat in uw aanvraag te motiveren, dit ter beoordeling van de Vervoerregio.