Wat houdt het project in?
Veel DRIS-panelen in onze regio zijn al meer dan 13 jaar oud.  Ze werken met een systeem dat draait op het 2G-netwerk, en dat netwerk wordt binnenkort stopgezet in Nederland. Zonder aanpassing zouden sommige borden kunnen uitvallen.

Daarom stappen we over op een nieuw systeem: CDD, wat staat voor Centrale DRIS Distributie. De CDD is een systeem waarmee de Vervoerregio centraal en in realtime kan beheren wat er op de digitale reisinformatiedisplays wordt getoond. Noortje vertelt: ‘’Vroeger stuurden we een pakket van dertig dagen met dienstregelingen naar zo’n paneel. Als daar iets in veranderde, dan klopte de informatie soms niet meer. Nu krijgt het paneel gewoon live een seintje met wat er nú aan de hand is.” In veel gevallen hoeven we de paal en het scherm niet te vervangen. Alleen de software binnenin wordt vernieuwd. Dat scheelt tijd, geld én afval.

Waarom de Vervoerregio het DRIS-project uitvoert
De Vervoerregio werkt aan de vernieuwing van het DRIS-systeem (Dynamisch Reizigers Informatie Systeem) om drie belangrijke redenen:

1. Technologische vernieuwing
Het huidige systeem maakt nog gebruik van het verouderde 2G-netwerk, dat binnenkort verdwijnt. Om toekomstbestendig te blijven, is overstappen op nieuwe technologie noodzakelijk. Ook de ontwikkelingen in de reiscommunicatie lopen door en de systemen die nog zijn gekoppeld via oude koppelvlakken kunnen niet omgaan met deze vernieuwingen. 
2. Betere controle en inzicht
Dankzij de introductie van Centrale DRIS Display-aansturing (CDD) heeft de Vervoerregio – via DOVA – nu beter inzicht in wat er op de displays staat. Voorheen was dat niet mogelijk. “We zitten nu als Vervoerregio veel dichter op het systeem. Als er iets misgaat, kunnen we sneller achterhalen waar het probleem zit,” zegt Noortje. Het daadwerkelijke monitoren en beheren van het systeem wordt uitgevoerd door team ketenbeheer van DOVA. Bovendien kunnen de nieuwe panelen zelf storingen melden, bijvoorbeeld wanneer een lampje kapot is of de verbinding faalt.
3. Duurzaamheid en kostenbesparing
Het vervangen van een volledig DRIS-paneel is kostbaar, vooral vanwege de specialistische werkzaamheden aan de paal en fundering. Door zoveel mogelijk de bestaande behuizing te behouden en alleen de technologie te vervangen, wordt niet alleen geld bespaard, maar ook bijgedragen aan de duurzaamheidsdoelstellingen. De Vervoerregio ondersteunt gemeenten bij deze overgang. Dankzij extra financiële middelen van het Rijk – de zogeheten SPUK-gelden – is er nu ruimte om te helpen met de kosten. Wel is het belangrijk dat dit geld uiterlijk eind 2026 wordt besteed.

En bij nieuwe haltes?
Als er een nieuwe halte bijkomt waar veel reizigers zijn, kunnen gemeenten of de provincie subsidie aanvragen voor een nieuw DRIS-paneel. Dat stond altijd al los van deze vervanging en blijft ook zo.

Wat merkt de reiziger?
Nu verandert er voor de reiziger nog weinig zichtbaar, maar de betrouwbaarheid van de informatie neemt toe. Binnenkort komen er bovendien nieuwe mogelijkheden, zoals meertaligheid, die wél opvallen. De nieuwe panelen reageren sneller, tonen live de actuele situatie en zijn minder gevoelig voor fouten. Als een bus vertraagd is of uitvalt, komt dat sneller en correcter op het scherm te staan. Ook kunnen er gemakkelijk meldingen op, zoals een NL-Alert. “Het nieuwe systeem maakt de keten korter. We sturen de informatie direct naar het paneel, zonder tussenpartijen,’’ vertelt Noortje.

Tot slot
De overgang naar het CDD-systeem is een belangrijke stap naar betrouwbaardere en duurzamere reisinformatie. De Vervoerregio Amsterdam zorgt ervoor dat de techniek klaar is voor de toekomst. Reizigers merken daar misschien weinig van, maar profiteren elke dag van betere informatie. “We doen dit om de reiziger beter te helpen. Als de informatie klopt, neemt dat veel frustratie weg. Daar doen we het voor,” aldus Noortje.