Wat is natuurinclusieve mobiliteit?
Natuurinclusieve mobiliteit betekent: bij het plannen en bouwen van infrastructuur, zoals wegen, sporen en haltes, dat er ook aan de natuur word gedacht. Kleine ingrepen kunnen namelijk een groot verschil maken voor planten en dieren in de omgeving. Monique Vloeijberghs, beleidsadviseur bij de Vervoerregio, legt het uit: “We leggen zelf geen bossen aan, maar we kunnen er wel voor zorgen dat onze projecten bijdragen aan een gezondere natuur. Dat begint met bewust kijken: wat leeft er in dit gebied, en hoe kunnen wij daarmee rekening mee houden?”

Waarom doet de Vervoerregio dit?
De biodiversiteit, oftewel de verschillende soorten dieren, planten en insecten, staat onder druk. In Nederland, maar ook wereldwijd. Er zijn steeds minder vlinders, vogels en bijen. En dat is een probleem, want zij spelen een belangrijke rol in het ecosysteem.

“Mobiliteit heeft meer invloed op de natuur dan je denkt,” vertelt Monique. “Als je een weg aanlegt, kan dat gebieden versnipperen. Dieren kunnen dan niet minder goed meer oversteken. En bij onderhoud van wegbermen wordt vaak gemaaid, waardoor insecten hun leefplek verliezen.” Door op een slimme manier te ontwerpen en te bouwen, kan mobiliteit juist ook iets terugdoen voor de natuur.

Voorbeelden uit de regio
De Vervoerregio past natuurinclusief werken al toe in verschillende projecten. Een mooi voorbeeld is de Uithoornlijn, een nieuwe spoorverbinding. Hier is samen met bewoners gekeken hoe het spoor groener kon worden ingericht. Langs het spoor zijn bloemrijke bermen ingezaaid en aquaflora-rollen geplaatst. Dat zijn matten waar planten en dieren in kunnen leven. Ook zijn geluidsschermen begroeid met klimplanten, waarin vogels kunnen nestelen. 


Uithoornlijn: groene oevers langs het tracé 

Een ander voorbeeld zijn de groene bushaltes in Amsterdam en Purmerend. Op de daken liggen sedumplantjes, die niet alleen zorgen voor verkoeling, maar ook voedsel bieden aan insecten. Bij sedumplantjes moet je denken aan een soort grasmat bovenop een bushalte. In Utrecht is onderzocht dat dit soort groene daken vooral bijen en andere insecten aantrekt.

Groene overkapping busstation Heerlen

“Het mooie is: het ziet er niet alleen beter uit, het draagt ook echt bij aan een gezondere leefomgeving,” zegt Monique. “En het werkt verkoelend tijdens warme zomerdagen.”

De Week van de Biodiversiteit
Voor veel mensen is dit nog een vrij nieuw thema, Monique legt uit: “We willen laten zien dat het niet moeilijk hoeft te zijn. Juist door kleine stappen te zetten, kun je veel bereiken.”
Het doel is dat natuurinclusief werken in de toekomst de norm wordt. Dat het vanzelfsprekend is om bij elk project iets terug te doen voor de natuur.

Gelukkig zien we dat steeds meer gemeenten in de regio hiermee aan de slag gaan. Sommige gebruiken zelfs een puntensysteem bij aanbestedingen: hoe groener een plan, hoe meer kans het maakt. Met dit systeem willen gemeenten én de Vervoerregio bouwbedrijven stimuleren om duurzame en natuurvriendelijke keuzes te maken. Zo komt natuurinclusief werken echt op gang in de hele keten van mobiliteitsprojecten.

Waarom het ons allemaal raakt
Biodiversiteit is geen extraatje. Het is belangrijk voor ons allemaal. Een groene omgeving zorgt voor schonere lucht, meer verkoeling én een prettigere reiservaring. “Duurzaamheid gaat niet alleen over elektrische bussen,” zegt Monique. “Het gaat ook over hoe we omgaan met onze omgeving. Natuur hoort daar gewoon bij.”