De bijdrage van de Vervoerregio is gericht op het behalen van de doelen van het verkeer- en vervoerbeleid van de Vervoerregio, zoals is vastgelegd in het Beleidskader Mobiliteit. In de investeringsagenda’s van de Vervoerregio zijn de beleidsdoelen uitgewerkt en geconcretiseerd. Meer over de inhoud en organisatie van de investeringsagenda’s: paragraaf 1.4 en deel 2 van de spelregels.
De bijdrage van de Vervoerregio aan projecten en maatregelen verantwoorden we aan de hand van het doelbereik. De indicatoren in onderstaande tabel zijn te gebruiken om te bepalen in welke mate een maatregel aan de doelen bijdraagt.
Van modaliteit naar mobiliteit | Reistijd van deur tot deur |
Naar een CO2 neutraal mobiliteitsysteem | CO2 balans van het mobiliteitsysteem |
Veilig en prettig van deur tot deur | Beleving van de deur tot deur reis voor het hele regionale mobiliteitsysteem Aantal ernstige verkeersslachtoffers Railveiligheid Sociale veiligheid in het openbaar vervoer |
Mobiliteit en omgeving passen bij elkaar | Ruimtegebruik mobiliteitsysteem Inpassing mobilitetsysteem |
Nabijheid van dagelijkse activiteiten | Nabijheid |
Aan het begin van elke fase brengt de Vervoerregio haar eisen en wensen in de vorm van bijvoorbeeld een programma van eisen of klant eis specificaties in.
De Vervoerregio vindt het belangrijk om een bijdrage te leveren aan oplossingen waar sprake is van efficiënte en effectieve inzet van middelen. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit een analyse van de kosteneffectiviteit, een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) en/of een business case.
Alle maatregelen vereisen (bij elke faseovergang) een onderbouwing van de kosteneffectiviteit. De wijze waarop, zal per project en per fase sterk verschillen. In een klein project volstaat een kwalitatieve analyse op basis van ‘expert judgement’ (soms is één zin voldoende). In sommige grote projecten zal een volledige MKBA nodig zijn.
Belangrijk: een positieve MKBA of business case is geen doel op zich. Gekoppeld aan de beleidsdoelen en de overige randvoorwaardelijke doelen vormt hij een van de bouwstenen voor een integrale afweging.
De verkenning en (in ieder geval) de planstudie houden in de analyses om tot een voorkeursoplossing te komen ook rekening met de consequenties voor beheer en onderhoud. Bij elke faseovergang maken we afspraken over (1) de verantwoordelijkheden voor en (2) bekostiging van het beheer en onderhoud van de op te leveren maatregelen gedurende de levenscyclus. De Vervoerregio is geen wegbeheerder en levert, met uitzondering van tram- en metro infrastructuur, geen bijdrage aan beheer en onderhoud. Wel kan de Vervoerregio in de ontwikkeling en financiering van maatregelen rekening houden met een efficiënt beheer en onderhoud.
Ook moeten we afspraken maken over het gebruik van de gerealiseerde projecten. Dat speelt vooral bij openbaar-vervoerprojecten. Daar zijn afspraken met de vervoerder over de bediening en eventuele verrekening van exploitatievoordeel vereist. In de verkenning of planstudie is het daarom in OV-projecten nodig dat ook de vervoerders een rol spelen of (structureel) betrokken zijn bij de betreffende uitwerking.
Een belangrijk uitgangspunt voor de Vervoerregio, voor de projecten waar zij een bijdrage aan levert, is uitvoering volgens de principes van functioneel en duurzaam. Primair gaat het daarbij om de regionale aspecten van een project. De betrokkenheid van de Vervoerregio bij de kwaliteitsborging kent grofweg drie fasen:
Voor de afronding van elke fase moeten partijen vastleggen op welke wijze rekening is gehouden met de eisen en wensen van de Vervoerregio
De Vervoerregio werkt mee aan de realisatie van maatschappelijk relevante beleidsdoelen en heeft oog voor de impact van infrastructuurmaatregelen. Draagvlak bij zowel de partners als in de omgeving is belangrijk. Inzet van omgevingsmanagement in alle fasen van projecten is een instrument voor het creëren en behouden van draagvlak.