Vorige week gaf collega Ton Geuzendam een uitleg over zero-emissiezones (ZE-zones), gebieden waar ondernemers straks alleen mogen rijden met uitstootvrije voertuigen. Binnen de ring A10 in Amsterdam gaat deze zone al in 2025 in. Daarom vroegen we twee ondernemers – één in de bouw en één in de horeca – hoe zij omgaan met de uitdaging van het uitstootvrij maken van hun wagenpark. Ieder lopen ze tegen andere hobbels aan, maar allebei kijken ze optimistisch naar de toekomst.
Ed Vleugel: ‘Ik ben manager bij VHC Jongens. Wij zijn een horecaleverancier van ingrediënten aan restaurants en hotels. We orderpicken en bereiden ’s nachts de ingrediënten – zoals het snijden en raspen van groenten – en bezorgen de bestellingen overdag. Ons bedrijf gaat dus 24 uur per dag door.’
Ronald van Pooij: ‘Ik ben Hoofd materieeldienst bij HSB Bouw, een bouwbedrijf uit Volendam. Dit jaar vieren we ons 90-jarig bestaan, we timmeren dus al een aardige tijd aan de weg. Van oorsprong realiseerde we voornamelijk woningbouw maar tegenwoordig zijn we veel breder vertegenwoordigd. Onder andere doen we aan bouw, ontwikkeling, renovatie en kleinbouw. Verder hebben we nog een aantal bv’s in bijvoorbeeld metselwerk, gevelrestauratie, schilderwerk en een installatie adviesbureau.’
Ed: ‘Wij hebben zo’n vierhonderd medewerkers en zo’n honderd voertuigen. Die voertuigen verschillen erg in grootte. We hebben een trekker-oplegger combinatie waarmee we bijvoorbeeld naar België en Texel rijden. Maar we hebben ook vrachtwagens tussen de 3,5 en 19 ton en een aantal bestelauto’s. Dat heeft te maken met de klanten die we hebben en hun locatie. Amsterdam mag je met een wagen van maximaal 7,5 ton in, vanwege de bruggen en kades. Die zijn niet sterk genoeg om zwaardere wagens te houden. Dus daar rijden we met kleinere wagens rond dan naar Texel.’
Ronald: ‘We hebben twee vrachtwagens met autolaadkraan, zo’n 75 busjes en tachtig personenwagens. De vrachtwagens met autolaadkraan zijn om bouwmaterieel naar de werken te vervoeren. De busjes en personenwagens worden voornamelijk gebruikt voor personenvervoer van en naar de bouwlocaties.
De elektrische busjes van HSB laden op aan de laadpaal op de bouwlocatie
De nieuwe elektrische auto van VHC jongens
Ed: ‘Jazeker. Wij leveren veel aan restaurants en hotels in Amsterdam. Soms wel zes keer per week omdat ze een kleine keuken hebben en dus iedere dag verse producten ontvangen. Als we in de toekomst daar willen blijven leveren moeten we iets aan ons wagenpark doen.’
Ronald: ‘Bij ons is het één van de onderwerpen waar we zeker mee te maken krijgen in de toekomst, maar niet het grootste onderwerp. De grote projecten bevinden zich over het algemeen niet in het centrum van Amsterdam, bij nieuwe renovatieprojecten zou dat wel kunnen gebeuren. En wanneer de ZE-zones door heel de randstad komen en binnen de ring A10 gaat dat ons in de toekomst wel raken. Ons werkgebied loopt nu zo’n beetje door van provincie Noord-Holland tot Utrecht.’
Ed: ‘We zijn al meer dan tien jaar bezig met nadenken over en testen van elektrische auto’s. We begonnen met een elektrisch wagentje van Modec. Maar het bedrijf was al voor de levering van de tweede wagen failliet en de wagen reed slecht. Daarna hebben we vier hybride Iveco bussen van zes ton geprobeerd. Maar ook die proeftuin hield op. Vervolgens hebben we samen met Mercedes hybride vrachtwagens getest. Die reden niet elektrisch maar tijdens het rijden wekten die wel energie op. Uiteindelijk zijn we nu in zee met het Chinese bedrijf BYD en die leveren volgende week de eerste vrachtwagen. Een jaar te laat vanwege corona en het chiptekort, maar we zijn erg blij dat die komt. We hebben er goede verwachtingen van. Er staan alvast nog twee andere wagens in bestelling.’
Ronald: ‘Op dit moment hebben we zo’n zeven elektrische busjes en bestelwagens rondrijden en een aantal in bestelling staan. We begonnen vier jaar geleden met een elektrische Renault Kangoo als pilot. De angst door de beperkte actieradius werd al snel weggenomen, mede door de aanwezigheid van eigen laadpalen op de projecten, maar ook de toename van publieke laadpalen. Andere voordelen – zoals de stilte en dat het een automaat is – blijken het rijden een stuk leuker te maken. De nieuwste busjes komen steeds verder met een volle batterij en kunnen bij nood snelladen. Dat helpt.’
Er liggen zonnepanelen op het dak van de elektrische wagen
In de toekomst wil VHC Jongens de wagen laten opladen tijdens het inladen
Ed: ‘De tijdgeest. Het is een combinatie van dingen. Je wilt als organisatie minder uitstoten, dat is beter voor het milieu. Maar bij ons speelt geluid ook een grote rol. Als je iedere ochtend in de vroegte aan een hotel moet leveren en de gast hoort de motor onder zijn hotelraam ronken, dan wordt die daar niet blij van. Of je bent bewoner naast een restaurant. Dan vraag je na een tijdje: kan die motor niet uit? Alleen dat kan niet want dan gaat ook de koeling uit en bederven de producten. Dus als dat elektrisch en stil kan, is dat een enorme verbetering. Ook is het goed voor de uitstraling van je bedrijf. Klanten vragen of je bezig bent met duurzaamheid en de overheid stelt steeds meer regels op. Elektrisch rijden is gewoon een uitgemaakt toekomstbeeld dus je wil als ondernemer daar ook in meegaan. Dat hoort bij goed en verantwoord ondernemerschap.’
Ronald: ‘Als bouwbedrijf zijn we op allerlei manieren bezig ons uitstoot te verminderen. De bouw speelt natuurlijk een grote rol in het stikstofdebat maar ook in de uitstoot van andere broeikasgassen. Dus dat proberen we op verschillende manieren aan te pakken, denk aan ledverlichting, verduurzamen van bouwmaterieel, duurzamere materialen toepassen, secure afvalscheiding enzovoort. Afgelopen jaar is ons hoofdkantoor grondig gerenoveerd waardoor we nu volledig op warmtepompen draaien en waarbij de energie grotendeels wordt opgewekt door onze eigen zonnepanelen. Iedere dag reizen de bouwvakkers van en naar het bouwterrein. Dus hoe mooi is het wanneer dit uitstootvrij kan waarbij we de energie die hiervoor nodig is grotendeels zelf opwekken met zonnepanelen op de bouwplaats.’
Ed: ‘De markt. Vijftien jaar geleden zag je hooguit een of twee elektrische auto’s op de snelweg om je heen rijden. Nu zijn dat er veel meer. Elektrische wagens worden steeds bedrijfszekerder. Daarmee bedoel ik dat de kinderziektes er uit zijn, de wagens doen het goed. Wij zijn met BYD in zee gegaan omdat zij als een van de weinigen lichtere elektrische vrachtwagens maken. Op de Europese markt kom je al snel uit op 19-tonners, omdat de elektrische accu’s zo zwaar zijn, en daar mogen we Amsterdam niet mee in. Daarnaast is de afstand altijd een hobbel. Als we aan België moeten leveren, redden we dat niet met een accu die tweehonderd kilometer meegaat. En een gedeelte van het vermogen wordt opgesnoept door de koeling. En als laatst is financiering ook een hobbel. In één keer overstappen op elektrisch rijden gaat niet omdat een elektrische wagen ongeveer drie keer zoveel kost als een dieselwagen. En dan zit de bak er nog niet eens op. Er zijn wel subsidies, maar die zijn zo gewild dat het voor ons bij het kopen van de auto’s die we nu in bestelling hebben een loterij werd. Daar kwamen we niet doorheen.’
Ronald: ‘Ons personeel ziet er soms tegenop om in een elektrische auto te gaan rijden. Ondanks dat het nog niet 1 keer werkelijk is gebeurd, maken zich dan zorgen dat ze met een lege accu aan de kant van de weg komen te staan. Efficiënt elektrisch rijden is anders rijden dan je gewend bent. Dat is even wennen maar rijdt ook een meer ontspannen. Eigenlijk is elektrisch rijden voor ons echt heel goed te doen, dat komt doordat de auto’s in de meeste gevallen tijdens werktijd stil staan. Een paar uren laden op de bouw en daarna weer met een volle accu naar huis. We werken ook regelmatig voor andere aannemers waarbij de zekerheid van een laadpaal in de buurt er niet altijd is. Maar daar is toch altijd wel weer een oplossing voor te bedenken en gaan we creatief mee om. Een andere hobbel is de trekcapaciteit van elektrische wagens. De meeste elektrische bestelbusjes mogen op dit moment maar maximaal duizend kilo trekken. Een aanhanger weegt alleen al vijfhonderd kilo en vijfhonderd kilo aan materiaal is snel bereikt. In sommige gevallen is het daarom nu nog even te vroeg voor een elektrische bus die aan deze voorwaarden moet voldoen. Maar de techniek veranderd gelukkig snel.’
Ed: ‘Ik ben erg positief. Zo ben ik ook aangelegd. Maar ik werk sinds 2000 bij dit bedrijf en ik heb de hele verandering van tijdsgeest gezien. Elektrisch rijden is de toekomst en daar mag je vertrouwen in hebben. We hebben op al onze panden zonnepanelen laten leggen, meer dan 6000 zijn dat er en er komen er nog meer bij. Hopelijk kunnen we in de toekomst ook batterijen en accu’s kopen waarmee je hetgeen wat je opwekt kan verdelen over de dag. Dat is nu nog te duur, maar we gaan wel die kant uit. Mijn tip aan andere ondernemers zou zijn: laat je informeren en kijk om je heen. We moeten allemaal iets gaan doen en er is genoeg informatie om uit te zoeken wat er allemaal mogelijk is.’
Ronald: ‘Ik ben ook zeker positief over de toekomst. Onze vrachtwagens met Euro 6 mogen tot 2030 de stad Amsterdam in en maar daarna niet meer. Oplossingen voor volledig elektrische exemplaren met autolaadkraan erop zijn nog schaars maar tegen die tijd zeker aanwezig. Verder zijn we in gesprek met Ford over een nieuw model bedrijfswagen die eind volgend jaar op de markt komt. Die zou een trekkracht van twee ton moeten hebben en meer actieradius dus dat zou voor veel bedrijven weer een dilemma minder zijn. Tot die tijd gaan we gestaag verder met het elektrificeren van ons materieel en wagenpark.’